- 25 november 2021
- Posted by: bbso
- Categorie: Geen categorie
Evaluatie Aanpassing in weging asielaanvraag van bekeerlingen en lhbti-immigranten door IND
Aanleiding en uitvoering onderzoek
De wijze waarop door de IND wordt beslist over asielaanvragen van asielzoekers die een bekering of lhbti-zijn als motief aandragen, wordt met regelmaat bekritiseerd. De IND zou in de geloofwaardigheidsbeoordeling van dergelijke asielaanvragen te veel uitgaan van stereotype gedachten over het verloop van een bekering, dan wel de wijze waarop mensen zich bewust worden van hun seksuele gerichtheid. In reactie op deze kritiek en ter uitvoering van de Tweede Kamermotie Groothuizen in 2017, heeft de staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid in juli 2018 de (deels interne) richtlijnen en instructies voor hoor- en beslismedewerkers van de IND aangepast en omgezet naar openbare werkinstructies. Daarin is tevens verduidelijkt hoe de IND verklaringen van derden weegt. Ook is door de staatssecretaris destijds een aantal deskundigheid bevorderende maatregelen aangekondigd. De maatregelen hadden tot doel IND-medewerkers in staat te stellen op zoek te gaan naar het ‘authentieke verhaal’ van de asielzoeker, door de persoonlijke ervaringen van de asielzoeker centraal te stellen, in plaats van uit te gaan van stereotype verwachtingen over processen van bekering of acceptatie van de eigen seksuele gerichtheid.
In deze evaluatie is door BBSO onderzocht hoe de aanpassingen van de werkinstructies zijn verwoord en onderbouwd (planevaluatie) en uitgevoerd (procesevaluatie). Voor de planevaluatie zijn gesprekken gevoerd met beleidsambtenaren, wetenschappers en deskundigen van externe organisaties. In de procesevaluatie staan de ervaringen van uitvoerende ambtenaren van de IND centraal. Om hun ervaringen in perspectief te plaatsen, zijn ook interviews afgenomen met advocaten en maatschappelijke organisaties en is een analyse van dossiers uitgevoerd.
Belangrijkste resultaten
Uit de evaluatie blijkt dat de betreffende werkinstructies zijn aangepast in lijn met de aangekondigde maatregelen. Op papier worden de wijzigingen door actoren van zowel binnen als buiten de IND positief beoordeeld. De tekst van de werkinstructies geeft IND-medewerkers handvatten voor het vermijden van stereotypering en het hanteren van een open benadering en meer duidelijkheid over de wijze waarop verklaringen van derden moeten worden beoordeeld. In de praktijk komen stereotype overwegingen in de geloofwaardigheidsbeoordelingen echter nog steeds voor. Daarnaast is het voor actoren van buiten de IND vaak onduidelijk waarom wel of geen gewicht wordt toegekend aan een verklaring van derden. De verplichte raadpleging van coördinatoren levert volgens IND-medewerkers een positieve bijdrage aan de besluitvorming, aangezien het IND-medewerkers kan dwingen een open blik te hanteren. Veel hangt echter af van de wijze waarop de raadpleging in de praktijk wordt ingevuld, wat van medewerker tot medewerker kan verschillen. De workshops ter bevordering van de deskundigheid van hoor- en beslismedewerkers zijn door IND-medewerkers als positief ervaren en dragen bij aan hun kennis op het terrein van bekerings- en lhbti-aanvragen.
Conclusie
De evaluatie wijst uit dat aanvullende condities zijn gecreëerd die een meer geobjectiveerde onderbouwing van de geloofwaardigheidsbeoordeling mogelijk maken. Hierdoor zijn IND-medewerkers in staat gesteld om op zoek te gaan naar het persoonlijke verhaal van de asielzoeker. De inhoudelijke wijzigingen worden door zowel actoren binnen als buiten de IND positief gewaardeerd. In de uitvoering is echter verbetering mogelijk en het is niet altijd duidelijk in hoeverre in de praktijk ook recht wordt gedaan aan de uitgangspunten van de gewijzigde werkinstructies. Het is voor actoren buiten de IND vaak niet helder waarom aan informatie een bepaald gewicht wel of niet wordt toegekend en hoe die onderling wordt gewogen. Hoor- en beslismedewerkers zouden daarnaast meer ruimte moeten krijgen om op structurele wijze aandacht te besteden aan het bevorderen van hun deskundigheid over – in het bijzonder – lhbti en bekeringen. IND-medewerkers zouden hierin door de organisatie beter kunnen worden gefaciliteerd. Om ingesleten aannames en vooroordelen zoveel mogelijk te voorkomen, zou hier ook kennis van buiten de organisatie bij betrokken kunnen worden.