Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor jongeren

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor jongeren

In een veilige en rechtvaardige samenleving is integer handelen van burgers, bedrijven en overheden van groot belang. De Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een belangrijk instrument om integriteitsschendingen binnen (kwetsbare) sectoren, bedrijven en organisaties te verhinderen. De VOG is een verklaring waaruit blijkt dat iemands gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een bepaalde taak of functie op de arbeidsmarkt, of meer algemeen, in de samenleving. Justitiële antecenten worden geregistreerd vanaf 12-jarige leeftijd; dit is ook de minimale leeftijd waarop een aanvraag kan worden ingediend. Voor een aantal functies is een VOG verplicht; voor andere kan een werkgever er om vragen. En in sommige sectoren op de arbeidsmarkt en na specifieke delicten kunnen strengere regels gelden.

De VOG is een belangrijk onderdeel van adequaat preventiebeleid en wordt in sterk toenemende mate ingezet. In 2016 werden ruim 950.000 aanvragen ingediend; tien jaar eerder bedroeg dit aantal ‘slechts’ 250.000. Ook is het toepassingsbereik uitgebreid, met name door de continue screening in de kinderopvang en de taxibranche. Maar ook voor andere, specifieke sectoren en functies (zoals voor personeel in het onderwijs en de zorg) wordt doorgaans een VOG-verklaring gevraagd.

Het niet-verkrijgen van een VOG kan belemmerend werken voor jongeren die om een stage of baan te vinden een VOG moeten kunnen overleggen. Met name in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) speelt dit probleem. Jongeren die een opleiding op een mbo-instelling (willen gaan) volgen, kunnen hiermee te maken krijgen, omdat stages of (leer)werkplekken cruciaal zijn voor het met succes kunnen voltooien van een opleiding en een VOG-verklaring kan daarvoor vereist zijn. De preventieve werking van de VOG, en met name het vermijdingsgedrag van jongeren wanneer zij inschatten dat een VOG-aanvraag wordt afgekeurd, impliceert dat een groep jongeren zichzelf een kans op een stage of baan ontzegt. De omvang van deze groep is onbekend.

In opdracht van het WODC van het ministerie van Justitie en Veiligheid voeren het KBA en BBSO in nauwe samenwerking een onderzoek uit naar dit ‘dark number’ onder jongeren die geen VOG aanvragen. Doel van het onderzoek is te achterhalen welk aantal en welk aandeel jongeren géén VOG-aanvraag indienen, omdat zij verwachten geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te krijgen vanwege hun justitieel verleden. Het onderzoek richt zich op jongeren die een opleiding op een mbo-instelling volgen, omdat hierbij stages of (leer)werkplekken cruciaal zijn voor het succesvol kunnen voltooien van de opleiding. Voor deze opleidingen komt de eventuele VOG-problematiek, naar verwachting, het meest direct naar voren. Ook worden jongeren in het onderzoek opgenomen die na het volgen van het vmbo niet meer in het mbo zijn ingestroomd. Het is de bedoeling dat het onderzoek resulteert in een beredeneerde schatting van het aantal jongeren dat afziet van een VOG-aanvraag die representatief is voor Nederland.

Het onderzoeksrapport is hier te downloaden:

Rapport Dark number VOG (BBSO-KBA)

Ook is een infographic opgesteld voor een snel en helder inzicht in de hoofdresultaten van het onderzoek:

Infographic Dark number VOG